Ik zat in de metro en voelde hoe mijn handen plakkerig werden van het zweet. Ik pakte mijn mooie roze notitieboekje erbij om nog eens te kijken naar de regels die ik de avond ervoor opschreef. Dat is wat ik wilde zeggen. Ik herhaal de regels in mijn hoofd, steeds opnieuw. Ik wilde duidelijk overkomen en absoluut niet zwak maar man, wat was ik nerveus.
‘Vergeet niet uit te checken, Beurs.’ Ik hoor nog net op tijd dat ik moet uitstappen, pak mijn tas en loop snel de metro uit. Het regent. Ik sta te wachten bij Dudok, een van mijn lievelingsplekken in Rotterdam. Het voelt vertrouwd terwijl de hele situatie alles behalve vertrouwd aan voelt. Ik wil het liefst wegrennen, helemaal als ik zie dat ze al een paar minuten te laat is. Vreselijk vind ik dat altijd. Dan zie ik haar aan komen lopen en we gaan naar binnen. Ze probeert me op mijn gemak te stellen en we kletsen over koetjes en kalfjes. Iets wat ik nog vreselijker vind. Uiteindelijk komt daar de vraag die ik al weken lang probeer weg te duwen. ‘Waar kan ik je mee helpen?’
Dit was mijn eerste afspraak met een psycholoog. Na me maanden depressief te voelen, besloot ik toch hulp te vragen. Ik kon niet meer. Ik was toen net 18 jaar. Dit was het begin van een lange weg naar herstel. Ja, het duurde vreselijk lang voordat er eindelijk licht aan het einde van de tunnel zichtbaar was, maar de eerste stap, die had ik gezet. Ik had het zolang van me weg geduwd. Ik wilde het allemaal zelf oplossen. Niemand zou toch ooit kunnen begrijpen hoe mijn hoofd in elkaar zit, laat staan me kunnen helpen. Nee, dit was iets wat ik echt zelf moest doen. Wat zullen mensen wel niet van me denken als ik om hulp vraag, ik zou nooit meer serieus genomen worden.
Gelukkig weet ik inmiddels beter dan dat. Ik ben blij en dankbaar dat ik de kracht vond om die dag toch naar de afspraak te gaan. Ik begon langzaam te begrijpen dat het oké is om het niet allemaal alleen te doen en dat ook ik af en toe om hulp mag vragen. Maar toch blijft hulp vragen iets wat ik nog steeds lastig vind, en daar ben ik geloof ik niet de enige in. Het was ook niet zo dat er na dat eerste gesprek meteen een last van mijn schouders af viel. Het bleef zwaar, iedere keer weer wanneer ik anderen om hulp moest vragen. Het voelde en voelt vaak nog steeds als falen. Omdat ik het niet zelf kan, hoe graag ik dat ook zou willen.
Hoe komt het nou dat we het zo lastig vinden om hulp te vragen? Misschien omdat je vindt dat je het allemaal zelf moet kunnen? Of omdat je nu eenmaal bepaalde keuzes hebt gemaakt, voor bijvoorbeeld werk én kinderen, dus dan moet je het ook maar zelf oplossen?
‘Hulp vragen geeft je een lichter hoofd, maakt je hart blij en je handen vrij’
-Yura Boerma
Ik ben er inmiddels achter gekomen dat het niet egoïstisch is om hulp te vragen. Juist het tegenovergestelde. Wanneer iemand jou kan helpen, al is het maar een klein gebaar, zorgt dat ervoor dat jij ook meer ruimte krijgt. Ruimte om anderen weer te helpen en te bemoedigen. Zo zorgen we voor onszelf en voor elkaar.
Ik vind het bijvoorbeeld lastig om voor mijzelf te koken. Ik woon alleen en vind het vaak een hele opgave om tijd en moeite in het koken te stoppen, zeker wanneer ik gewerkt heb. Ik probeer nu af en toe aan mensen in mijn omgeving te vragen of ik mee kan eten. Dat is een stuk gezelliger en brengt mij een hoop rust. Soms zijn het hele kleine dingen die je kan doen voor een ander wat zo’n grote uitwerking kan hebben in iemands leven. En heel eerlijk, ik vind het best fijn wanneer iemand mij om hulp vraagt. Het gevoel dat iemand je nodig heeft en dat je iets voor iemand kan betekenen is toch best fijn! Liefde ontvangen en uitdelen. En weet je, vind je om hulp vragen toch nog een te grote stap? Prima, dan begin je wat kleiner! Probeer dan in ieder geval te praten over datgene waar je tegen aan loopt. Alleen iemand die even naar je luistert zonder antwoorden klaar te hebben, kan soms al zoveel lichter aanvoelen. Laten we wat meer naar elkaar omkijken en vertrouwen hebben in ons zelf. Je verdient hulp en liefde, echt.
1 reactie
pap · 5 augustus 2020 op 19:28
Topper!